BLOG

Pieterpad 6e dag

18 kilometer voor de boeg. Het weer is goed, daar zijn wij erg blij mee. Het lopen gaat goed, voor de fiets is het de vraag!! De eerste obstakels komen in zicht. Ja, we moeten hijsen in totaal vier overstapjes. Ik ben erg blij dat Marry een "kinderfiets" bij zich heeft en geen "halleluja" oma fiets.


Nog een smal bruggetje (met 1 leuning) over een watertje, wat geploeter door een beetje blubber in het bos en smalle paadjes waar onmogelijk te fietsen is. Naast dit alles is het een mooie route, maar voor ons doen een beetje saai. Het spoorzoeken is vandaag eenvoudig. Zo relaxed dat wij gewoon 600 meter te ver een pad oplopen. Er staan ook van die mooie paddenstoelen!!!! Deze tocht heb ik wat tijd om onderweg te mijmeren. Mijn vader komt tevoorschijn in mijn gedachten. Wat hij hiervan zou denken? Hij zou waarschijnlijk grinniken. Zeker, misschien wel een stuk zijn meegelopen. Heel veel gaat er door mijn hoofd.


Zoals, hoe kom ik in vredesnaam in Limburg aan!! Ik word bijna misselijk bij het idee nog drie weken met de zere linkervoet te moeten lopen.
Ik denk aan mijn rechtervoet, hoe lekker die zich voelt. Wanneer ik twee van deze exemplaren had hoe heerlijk dat zou lopen.
De bossen vind ik vandaag een beetje troosteloos en het maakt mij geweldig gelukkig dat Marry er bij is.


Eindelijk na 18 km de finish. We zeggen tegen elkaar dat het bijna een saaie dag is en lachen er een beetje om. We eten wat en gaan naar de bushalte. De bus komt om het uur, dus wij willen hem niet missen om terug te gaan naar ons slaap adres.


En dan gaat het gebeuren: bij het instappen van de bus, moet de fiets ingeklapt worden van de chauffeur (het is niet voor niets een vouwfiets) onzin natuurlijk!! Zo'n fietsje kan best in zijn geheel de bus binnen. Marry vouwt haar fiets op en ik regel de kaartjes. Ik sta bij de buschauffeur te tobben, kaartjes vallen op de grond, 1 is er dan weer niet geldig. Ik maak excuus bij de chauffeur, maar die verblikt of verbloost niet. Nou, we staan in de bus op ons plek. Vraagt Marry opeens aan mij waar de zwarte tas is? Ik schrik, kijk om mij heen en bedenk dat hij nog in de bushalte staat. Marry trekt een gezicht en rent naar de chauffeur en vraagt in geschrokken toestand of ze er alsjeblieft uit mag. De bus stopt direct en de chauffeur roep nog naar achteren dat wij nog moeten uitchecken. Hup alle kaartjes weer te voorschijn. Heb ik perongeluk het kaartje wat niet meer geldig was aan Marry gegeven. Ik hoor vijftig keer beep, beep, beep, beep en zie Marry voor de apparaatjes heen en weer bewegen. Ze rent naar de buschauffeur, dan kom ik erachter wat er aan de hand is en roep haar terug. BEEP en het is gelukt, we staan buiten de bus.


Ik spring op de fiets om naar het bushokje te racen, waarop Marry roept: "STOP, de fiets moet nog vast bij de vouw! Ze draait de knop vast. Spring ik daarna weer op de fiets en race weg. Ik merk dat het zadel ook op vouwstand staat en fiets als een volwassene op een driewieler met de knieën langs de oren verder naar het bushokje. Gelukkig mijn bovenbeenspieren doen het nog om zo snel mogelijk te fietsen.
Een verademing de tas staat er nog. Ik fiets terug naar Marry en wanneer wij elkaar zien, barsten wij in lachen uit!


Vraag of Wanda een AED mee brengt morgen. Of vraag of ze zich niet wil bedenken met jou op pad te gaan, zegt Marry, wanneer we wederom een uur op de bus moeten wachten. De bus van onze eerste poging komt alweer op de terugweg en wij zien de buschauffeur naar ons zwaaien. Westerse stumpers zien wij hem denken!